Heden ten dage onderscheiden we twee soorten Cockers: de Engelse en de Amerikaanse Cocker Spaniel. Al in de 14e eeuw bestond een groot aantal verschillende Spaniels. In de 19de eeuw waren er zo veel, dat ze in verschillende typecategorieën moesten worden ingedeeld. ‘Cockers’ waren de kleinere slagen. De King Charles Spaniel werd als dwergras ingedeeld, omdat hij vooral als gezelschapshond werd gehouden. De Cocker Spaniel was een echte werkhond.
De Amerikaanse Cocker Spaniel is nauw verwant aan de Engelse Cocker Spaniel, omdat hij uit dat ras is ontstaan, nadat het in de jaren tachtig van de 19de eeuw naar Amerika kwam. Tegenwoordig worden Engelse Cocker Spaniels en Amerikaanse Cocker Spaniels als verschillende rassen beschouwd. De Amerikaanse Cocker Spaniel is de kleinste van de Amerikaanse ‘sporting group’. De rasnaam kan zijn afgeleid van het talent dat het ras had voor het jagen op de houtsnip (woodcock), hoewel Cocker Spaniels de jagers ook op andere manieren behulpzaam zijn geweest. De opvoeding van de Amerikaanse Cocker Spaniel geeft zelden problemen. Voed de hond met zachte hand op en houd er rekening mee dat hij gevoelig is voor de intonatie van jouw stem en voor bepaalde stemmingen in huis. De Amerikaanse Cocker Spaniel is vrolijk, levendig, trots en nieuwsgierig. |
|
Amerikaanse Cocker Spaniel
