De Shiba Inu is een vrij zeldzaam en oud ras, dat afkomstig is uit Midden-Japan. De rasnaam betekent ‘kleine hond’ in het Japans. Deze hond ontwikkelde zich in de door het land ingesloten gebieden van Japan zo’n 3000 jaar geleden, waarschijnlijk uit honden die hun oorsprong vonden in de Zuidzee. De Shiba Inu is de kleinste van de Japanse rassen en werd ontwikkeld voor de jacht, zowel op gezicht als reuk, in de dichte begroeiing van de Japanse berggebieden. Gedurende de periode 1868-1912 werd de jacht een populaire sport in Japan en werden Engelse Setters en Pointers naar Japan gehaald. Doordat deze rassen werden gekruist met de Shiba waren er nog maar weinig echt zuivere Shiba’s te vinden.
Jagers en andere liefhebbers van het ras begonnen rond 1928 met serieuze fok om het ras weer terug te brengen naar de zuivere vorm. In 1934 werd een uniforme standaard opgesteld voor het ras. In 1937 werd ook dit ras een nationaal erfgoed en werd serieus gefokt, zodat het ras verbeterde tot het prima ras zoals wij dat momenteel kennen. In 1954 kwam de eerste Shiba Inu naar de Verenigde Staten. Gedurende de 2e wereldoorlog stierf het ras bijna uit, en bleven slechts drie bloedlijnen over. Vanuit deze drie lijnen werd de huidige Shiba Inu ontwikkeld. Deze hond is bekend om zijn intelligentie en behendigheid. Ze passen zich graag overal aan en zeker als lieve gezelschapshonden. De Shiba Inu gaat over het algemeen goed om met honden en andere huisdieren. Hij is iets terughoudend ten opzichte van vreemden, maar met kinderen zijn er in de regel geen problemen. De vacht van deze Japanse hond heeft niet zo veel verzorging nodig. Zo nu en dan moet je de dode haren verwijderen om de vacht in goede conditie te houden. Hiervoor kan je het beste een grove kam met een dubbele rij metalen tanden gebruiken. Het dekhaar is hard en recht, het ondervacht zacht en dicht. Aan de staart is het haar iets langer en uitstaand. |
|
Shiba Inu
